Van georganiseerd wantrouwen naar wijze terughoudendheid… in het onderwijs?!

 “Leraren zijn, op de ouders na, de meest invloedrijke volwassenen voor kinderen.”

Eindelijk, de minister en een aantal politieke partijen worden wakker!

Meer dan 25 jaar geleden stapte ik uit het speciaal onderwijs (MLK/LOM), mede omdat de opkomende regeldrift vanuit ministerie en inspectie er toe bijdroeg dat de aandacht voor het onderwijs van kinderen en de begeleiding van gezinnen (toentertijd zeer gebruikelijk en zinvol) in het gedrang kwamen.  Nu ik na een lange periode van op-afstand-volgen weer directer betrokken ben bij het onderwijs, kan ik wel stellen dat het (alleen primaire?) onderwijs er qua aansturing niet op is vooruit gegaan.

Ik was er al bang voor, zeker toen ik een aantal jaren in het bedrijfsleven als opleider meedraaide. Ontwikkelingen die in grotere bedrijven werden doorgevoerd (en inmiddels gelukkig deels al afgevoerd) kwamen al dan niet in een aangepast jasje terug in zorg en onderwijs. Voorbeelden: uitbreiding regels, procedures en procesbeschrijvingen, uitgebreide checklists, urenverantwoording tot op de minuut, kwaliteitscontroles, boekwerken met gedetailleerde functiebeschrijvingen, competentieoverzichten, beoordelingslijsten tot en met ISO-achtige verschijnselen. Alsof een industriële omgeving, waar veel van dit soort zaken zinvol zijn, vergelijkbaar is met zorg en onderwijs. En dan heb ik het nog even niet over de wijze waarop deze instrumenten veelal worden gebruikt: kijken of men aan de norm voldoet, kijken waar de afwijkingen zitten en dan als de wiedeweerga opdrachten verstrekken om die ‘gaps’ aan te pakken. Lekker motiverend en leidend tot optimale ontwikkeling? Vergeet het maar!

Natuurlijk is een visie op onderwijs noodzakelijk en moeten er doelen worden gesteld. Natuurlijk dient de leiding kaders aan te geven, inclusief regels en procedures. Maar beperk ze tot een minimum én zie ze als hulpmiddelen om de kerndoelen van het onderwijs te bereiken. Geef de mensen die het dagelijks vorm moeten geven de ruimte om het op hun manier te doen. Draai daarbij doel en middel alsjeblieft niet om!

Er zijn vier door onderzoek aangetoonde basisbehoeften van volwassenen: autonomie, meesterschap,verbondenheid en zingeving. Als we daarvan uitgaan en we kijken dan naar het huidige (primaire) onderwijs…

dan zie ik…

  • op de eerste plaats heel veel directies en leerkrachten die hun job doen vanuit ‘roeping’; passie van binnenuit voor hun vak en de kinderen waarmee ze te maken hebben.

En dan zie ik…

  • heel veel directies en leerkrachten stoeien met het voldoen aan al die regels, administratieve verplichtingen, schriftelijke verantwoordingen, behandelplannen, enzovoorts (Leesadvies: het boek Meester Mark draait door van Mark van der Werf); de zin hiervan is vaak niet duidelijk;
  • diverse directies, aangestoken door de inspectie, veel sturen op het HOE, in plaats van op het resultaat (het WAT) en ruimte te geven voor persoonlijke invulling door directie en leerkracht vanuit zijn/haar talenten en sterke punten. Hier wordt de autonomiebehoefte behoorlijk onder druk gezet;
  • heel veel leerkrachten die bezig zijn met (neven-)taken die niet bij hun kwaliteiten passen en waar ze geen plezier in hebben. Een energielek van jewelste en je competent voelen (behoefte meesterschap) is ook hierbij behoorlijk in het gedrang;
  • heel veel directies en leerkrachten zich zorgen maken, zich schuldig voelen over de beperkte échte aandacht die ze aan kinderen, ouders en collega’s kunnen geven. Behoefte tot  verbondenheid, men wil wel, maar heeft de ruimte en de tijd niet;
  • het grote verloop onder startende leerkrachten en het gegeven dat in deze de beroepsgroep het hoogste percentage stressgerelateerde klachten (bijv. burn-out) voorkomt. Hoe zou dat nu komen?

Gelukkig, het mag de komende tijd anders. De politiek roert zich en de minister gaat zowaar 20 (!) scholen meer ruimte geven, mits ze al tot de categorie excellent behoren.

Wat ik het onderwijs toewens:

  • Een minister die duidelijke doelen en kaders aangeeft, waarbij veel ruimte is voor invulling door de school zelf.
  • Een inspectie die zich dienend opstelt, controleert op opbrengsten en hoofdlijnen en ondersteunt waar noodzakelijk of gewenst.
  • Bestuur en directies die visie, missie en waardes bepalen en sturen op resultaten. En die daarnaast leerkrachten verwachtingsvol tegemoet treden en faciliteren om tot hun recht te komen.
  • Leerkrachten die vanuit hun passie en vakmanschap op een persoonlijke wijze en uitgaande van hun talenten en sterke punten gezamenlijk invulling geven aan hun rol om de kerndoelen te behalen op de eigen school.

Zo wordt het mogelijk dat directies en leerkrachten ‘in hun kracht komen en blijven’ met werkplezier, productiviteit, beperkt verzuim, weinig verloop en mooie resultaten tot gevolg. Alles in het belang van de kerntaak van het onderwijs: de ontwikkeling van de kids.

Een belangrijke en mooie uitdaging voor politiek en onderwijs de komende tijd!